googlea8854c69d44175df.html
top of page

Testen FIV en FeLV

FIV en FeLV zijn 2 virussen die vooral bekend zijn bij fokkers van katten. Helaas is voor beide virussen geen behandeling mogelijk. Hieronder leest u over het voorkomen van beide ziektes.


FeLV


FeLV of Feline Leukemie Virus
FeLV of Feline Leukemie Virus is een ziekte met een dodelijke afloop. Meestal geeft het virus vooral een aantasting van het afweersysteem, en soms zien we leukemie (tumoren van de witte bloedcellen in het bloed) ontstaan.
Sinds de jaren 80 is het voorkomen van de ziekte sterk verminderd. Dit is te danken aan het feit dat er veel vaker getest wordt op het virus voor er gefokt wordt met de dieren.

Besmetting en ziekteverloop
Katten raken voornamelijk besmet via oronasale route (via speeksel of neusvocht) en bijtwonden. Ook via bloed, urine en ontlasting kan het virus worden overgedragen. Ook kan een drachtige poes het virus via de placenta of na de geboorte via de moedermelk doorgeven aan de kittens. Na besmetting via de placenta kunnen de kittens in de baarmoeder al sterven, afwijkend geboren worden of gezond geboren worden maar drager van het virus zijn.

Niet elke kat die besmet wordt met FeLV wordt ziek, dit hangt onder andere af van de leeftijd van besmetting en het afweersysteem van de kat. Kittens worden vaak erg ziek, en oudere gezonde katten maken slechts in 10-20 % van de besmettingen echt ziekte door. Wanneer het lichaam het virus niet kan bestrijden, gaat een kat het virus uitscheiden. Dit zijn 'dragers': katten die niet ziek zijn maar wel het virus uitscheiden en dus besmettelijk zijn voor andere katten.

Na besmetting vermeerdert het virus zich in locaal lymfoïd weefsel (de tonsillen, keelamandelen), en verspreidt zich dan verder naar onder andere de milt en de lymfeklieren. In dit acute stadium zien we vaak koorts, diarree en na bloedonderzoek een tekort aan witte bloedcellen. Ook wordt het beenmerg aangetast, wat vervolgens geïnfecteerde witte bloedcellen en bloedplaatjes gaat aanmaken, die via het bloed het hele lichaam doorgaan. Vaak ontstaat ook een probleem in de aanmaak van rode bloedcellen, waardoor een bloedarmoede ontstaat. Het virus kan ook tumoren veroorzaken, zoals lymfomen (tumoren van witte bloedcellen) of leukemie (tumoren van de witte bloedcellen in het bloed).

Door het sterk verminderde afweersysteem worden katten die met FeLV besmet zijn veel gevoeliger voor infecties. Vaak zien we bij deze katten infecties met onder andere virussen, bacteriën, parasieten en schimmels. We noemen deze infecties secundair, omdat de onderliggende oorzaak de FeLV-infectie is .

Symptomen
De aangetaste witte bloedcellen kunnen zich door het hele lichaam verspreiden, en zo in veel verschillende organen ziekte veroorzaken. Welke symptomen er ontstaan bij een kat hangt dus af van welke organen er zijn aangetast, en welke secundaire infecties eventueel aanwezig zijn.
De symptomen die het meest voorkomen zijn tumoren, bloedarmoede, vermageren, benauwdheid, koorts, sloomheid, opgezette lymfeklieren, oogontstekingen, slechte eetlust, voortplantingsproblemen en verlammingsverschijnselen.

Diagnose FeLV
We testen katten op FeLV wanneer gefokt wordt en bij katten met ziekteverschijnselen die FeLV doen vermoeden. Door FeLV vroegtijdig op te sporen worden veel FeLV-infecties voorkomen. In de meeste praktijken kan een FeLV-bloedtest gedaan worden, waarvan de uitslag snel bekend is. Er wordt dan gekeken naar virale antilichamen. FeLV kan ook aangetoond worden door middel van PCR (opsporen van DNA van het virus in het bloed). Deze methode kan alleen in een laboratorium uitgevoerd worden. Het voordeel is dat dit veel eerder na de infectie aangetoond kan worden (binnen 1 week aantoonbaar, in tegenstelling tot de virale antilichamen). Wel duurt het wat langer voor de uitslag bekend is.

Behandeling
FeLV is niet te genezen en zal uiteindelijk altijd leiden tot sterfte. Wel kan een antiviraal middel worden toegediend in de hoop het virus wat te remmen. Helaas is deze therapie duur en niet 100 % werkzaam, maar kan soms wel tijdelijk een verbetering geven. Het is belangrijk om katten met FeLV apart te houden, om besmetting van andere katten te voorkomen. Wanneer secundaire infecties aanwezig zijn, dienen deze behandeld te worden.

Er bestaat een vaccinatie, maar deze wordt in Nederland niet standaard ingezet.

FIV of kattenaids
FIV (Feline immunodeficiëntievirus) is een virus dat kattenaids veroorzaakt. AIDS staat voor Acquired ImmunoDeficiency Virus, wat wil zeggen dat het virus het afweersysteem kapot maakt. Tussen besmetting met het virus en het optreden van de symptomen kan een lange periode zitten. Uiteindelijk treed AIDS op, met daarbij onder andere infecties, tumoren en andere ziektes die het hele lichaam beïnvloeden. FIV kan alleen bij de kat AIDS veroorzaken, en is dus niet gevaarlijk voor de mens.

FIV komt wereldwijd voor en werd in 1987 voor het eerst beschreven. Het virus wordt overgebracht via bloed- en speekselcontact, vooral via vecht- en bijtwonden. Daarom zien we de ziekte vaker bij katers die buiten komen en veel vechten. Bij een dekking van een poes door een kater wordt er vaak een nekbeet gegeven, waardoor besmetting kan optreden. Ook kan een geïnfecteerde drachtige poes het virus overdragen aan de kittens via de placenta of de moedermelk. In tegenstelling tot HIV bij de mens wordt het virus niet overgedragen via seksueel contact.

Vooral fokkers hebben te maken met FIV. Het is aan te raden zowel poes als kater te laten testen op FIV voordat de dekking plaatsvindt.

Symptomen en ziekteverloop
Vaak gaat een acute infectie met FIV gepaard met symptomen die amper worden opgemerkt zoals voorbijgaande koorts, opgezette lymfeklieren en een laag aantal witte bloedcellen. Hierna treedt vaak een periode op die niet gepaard gaat met klinische symptomen (asymptomatische fase). Deze fase kan wel een aantal jaar duren. In deze periode zonder symptomen kan de kat wel andere katten besmetten. Na deze periode zien we meestal vage symptomen ontstaan. De kat komt daarna in het AIDS-stadium, en is duidelijk niet in orde. Wanneer het AIDS-stadium optreedt hangt van een aantal factoren zoals leeftijd, gezondheid op het moment van de infectie, manier van besmetting et cetera. Vaak gaat AIDS gepaard met ernstige ontstekingen van de slijmvliezen van de bek (stomatitis), ademhalingsproblemen, diarree, abcessen en gewichtsverlies. Ook neurologische symptomen, nierfalen of tumoren zijn mogelijk. Het virus tast het immuunsysteem van de kat aan waardoor deze gevoelig wordt voor allerlei infecties.

Diagnose
Door middel van bloedonderzoek kunnen we antilichamen tegen FIV aantonen. Katten maken meestal binnen 60 dagen na infectie met het virus al antilichamen aan, al duurt dit bij sommige katten langer. Wanneer een test negatief is, maar een recente besmetting wordt vermoed, dan kan het onderzoek na 60 dagen herhaald worden.

Vals positieve resultaten komen voor, dit betekent dat de test een positief resultaat geeft terwijl er geen antilichamen tegen FIV aanwezig zijn. Wanneer deze kat geen symptomen vertoont raden we aan de test te herhalen. Een negatieve test daarentegen is wel erg betrouwbaar.

Behandeling
Kattenaids is helaas niet te genezen. De behandeling bestaat uit het aanpakken van de infecties die optreden ten gevolge van de verminderde afweer. Ook kan een antiviraal middel worden toegediend in de hoop het virus wat te remmen. Helaas is deze therapie duur en niet 100 % werkzaam.
In Nederland is geen vaccin beschikbaar tegen FIV.

Preventie
Het is belangrijk dat katten waarbij FIV is vastgesteld geen andere katten kunnen besmetten. Dit betekent dat ze alleen gehuisvest moeten worden, en niet meer naar buiten kunnen. Zoals eerder vermeld is het verstandig zowel kater als poes voor de dekking te testen

Testen: Welkom
bottom of page